De patiënt moet langwerkend insuline subcutaan toedienen in de dij, bovenarm of buik. Variëren van het injectiegebied is belangrijk om de kans op lipodystrofie te verminderen (SmPC’s).
Wat zijn aandachtspunten bij insuline degludec?
Voor insuline degludec geldt een eenmaal daagse toediening, bij voorkeur elke dag op hetzelfde tijdstip. Volwassenen kunnen insuline degludec ook op een ander tijdstip van de dag toedienen, maar er moet minimaal 8 uur tussen de doses zitten (SmPC, 2025). Er zijn twee verschillende concentraties insuline degludec verkrijgbaar: 100 E/ml (Solostar®) en 200 E/ml (Doublestar®) . De dosis moet niet omgerekend worden, want het venster toont het juiste aantal eenheden (CBG/Sanofi, 2020).
Wat zijn aandachtspunten bij biosimilar insuline glargine 100 E/ml?
Voor biosimilar insuline glargine 100 E/ml geldt een eenmaal daagse toediening, bij voorkeur elke dag op hetzelfde tijdstip (SmPC, 2021). Nieuwe patiënten kunnen direct starten met een biosimilar. Bij bestaande patiënten is uitwisseling onder voorwaarden mogelijk. Wil je meer weten over deze voorwaarden? Lees dan de uitgebreide informatie over biosimilar insulines.
Wat zijn aandachtspunten bij insuline glargine 300 E/ml?
Voor insuline glargine 300 E/ml geldt een eenmaal daagse toediening, bij voorkeur elke dag op hetzelfde tijdstip. Patiënten kunnen insuline glargine 300 E/ml 3 uur voor tot 3 uur na het gebruikelijke tijdstip toedienen (SmPC, 2025). De fabrikant van insuline glargine 300 E/ml waarschuwt dat dit middel niet bio-equivalent is aan insuline glargine 100 E/ml. Bij omzetting van insuline glargine 100 E/ml naar 300 E/ml kan een dosisverhoging van 10 tot 18% nodig zijn om hetzelfde effect te behalen. Als de patiënt wisselt van insuline glargine 300 E/ml naar 100 E/ml moet de arts de dosering met ongeveer 20% verlagen om hypoglykemieën te voorkomen (CBG/Sanofi, 2020).
Wat zijn aandachtspunten bij insuline icodec?
De doseerfrequentie voor insuline icodec is eenmaal per week. Bij overstappen van basale insuline moet de patiënt de eerste dosis insuline icodec toedienen op de dag na de laatste dosis basale insuline. De aanbevolen startdosering is zevenmaal de totale dagelijkse dosis basale insuline. Dat geldt ook voor de tweede dosis. Bij de eerste dosis kan de voorschrijver bovendien een eenmalige extra dosis van 50% overwegen. Vanaf de derde dosis baseert de voorschrijver de dosering op de bloedglucosewaarden.
Hoe voorkom je medicatiefouten?
Bij nieuwe insulines is het voor voorschrijvers en afleveraars belangrijk om alert te blijven op naamsverwisselingen (VMI, 2024). De fabrikant heeft voorlichtingsmateriaal voor zorgprofessionals en patiënten ontwikkeld ter preventie van medicatiefouten door onduidelijkheid over de dosering of verwarring met andere insulinepennen.
Incidenten met nieuwe geneesmiddelen? Meld deze bij Voorkomen Medicatie-Incidenten.