Nieuw onderzoek
Incidenten met DOAC’s
In het kort
In de periode 2015 tot 2020 zijn er beperkte verschuivingen te zien in medicatie-incidenten met DOAC's en VKA's.
Voorkomen Medicatie-Incidenten (VMI) verzamelt en analyseert meldingen van incidenten met geneesmiddelen. De meldingen zijn afkomstig van zorgorganisaties en individuele zorgverleners.
VMI heeft, in opdracht van het IVM-project MedicijnBalans, een inventarisatie gedaan van incidenten met directwerkende orale anticoagulantia (DOAC’s). Enerzijds om inzicht te krijgen in het type meldingen, anderzijds om na te gaan of er verschuivingen in type meldingen hebben plaatsgevonden sinds de introductie van de DOAC’s. Ook is gekeken naar verschillen met de vitamine K-antagonisten (VKA’s). VMI heeft hiertoe alle incidentenmeldingen over DOAC’s en VKA’s uit 2015 (voor edoxaban 2017) en 2020 in kaart gebracht. Het verzamelen van incidentmeldingen in de huidige database van VMI is gestart op 1 juni 2015. De meldingen uit 2015 hebben daarom betrekking op de periode juni t/m december 2015. De meldingen uit 2020 hebben betrekking op het volledige kalenderjaar.
VMI ontving in 2015 50 meldingen over incidenten met DOAC’s en 286 meldingen over VKA’s (acenocoumarol en fenprocoumon). In 2020 ging het om respectievelijk 224 en 355 meldingen.
DOAC’s
De meest gemelde incidenten met DOAC’s zijn als top 5 weergegeven in tabel 1.
|
2015* |
2020 |
1 |
onvoldoende medicatieverificatie (14%) |
geneesmiddel niet voorgeschreven (13%) |
2 |
geneesmiddel niet voorgeschreven (12%) |
onvoldoende instructie aan patiënt 13%) |
3 |
gemist medicatiesignaal bij voorschrijven (10%) |
verkeerd geneesmiddel/hoeveelheid toegediend (10%) |
4 |
medicatiebewakingssignaal gemist in apotheek (10%) |
dosering/toedientijdstip of -duur foutief voorgeschreven (6%) |
5 |
onvoldoende instructie aan patiënt (10%) |
onvoldoende medicatieverificatie (6%) |
Tabel 1 Top 5 incidentmeldingen DOAC’s. *2017 voor edoxaban
Tabel 1 toont een grote overlap in type incidenten tussen 2015 en 2020. In 2015 valt echter het missen van medicatiebewakingssignalen op (plek 3 en 4), terwijl dit type incidenten in 2020 uit de top 5 verdwenen is. Het ging in 2015 om 10 van de 50 meldingen (20%). De meldingen betroffen niet opgemerkte dubbele antistolling, interacties van DOAC’s met een ander geneesmiddel en het niet aanpassen van de dosering van de DOAC bij een verminderde nierfunctie. Niet alert zijn op medicatiebewakingssignalen kan ernstige gevolgen hebben voor de patiënt. Mogelijk heeft onvoldoende kennis over DOAC’s hierbij een rol gespeeld. De DOAC’s waren in 2015 immers nog relatief nieuw op de Nederlandse markt.
Het onvoldoende instrueren van de patiënt over het gebruik van de DOAC staat zowel in 2015 als in 2020 in de top 5. Dit vormt een belangrijk aandachtspunt. Onjuiste inname kan de werking van de DOAC beïnvloeden en daarmee leiden tot onvoldoende effectiviteit of een verhoogde kans op bloedingen. Ook onvoldoende medicatieverificatie, vooral bij opname of behandeling in het ziekenhuis, scoort in beide jaren hoog. Dit is een belangrijk verbeterpunt. Onvoldoende inzicht in het medicatiegebruik van een patiënt kan tot ernstige situaties leiden, bijvoorbeeld tijdens ingrepen.
VKA’s
De meest gemelde incidenten met VKA’s zijn als top 5 weergegeven in tabel 2.
|
2015 |
2020 |
1 |
geneesmiddel niet voorgeschreven (24%) |
geneesmiddel niet voorgeschreven (25%) |
2 |
verkeerd geneesmiddel/hoeveelheid toegediend (14%) |
dosering/toedientijdstip of -duur foutief voorgeschreven (12%) |
3 |
onvoldoende monitoring (9%) |
verkeerd geneesmiddel/hoeveelheid toegediend (9%) |
4 |
vergeten toe te dienen (8%) |
vergeten toe te dienen (8%) |
5 |
onvoldoende instructie aan patiënt (7%) |
onvoldoende overdracht tussen 1e lijn, 2e lijn, care (8%) |
Tabel 2 Top 5 incidentmeldingen VKA’s.
Tabel 2 toont de top 5 van incidenten met VKA’s in 2015 en 2020. Er zijn geen grote verschillen tussen DOAC’s en VKA’s in type incidenten. De meeste incidenten hebben betrekking op de fases ‘voorschrijven’ en ‘toedienen’. Vooral ‘niet of foutief voorschrijven’ en ‘niet of foutief toedienen’ komen in beide groepen anticoagulantia en in beide jaren veel voor. Ook bij andere geneesmiddelen zijn dit zeer frequent gemelde incidenten. Dit betekent niet dat dit geen aandacht behoeft, want ook voor deze incidenten geldt dat de impact voor de patiënt groot kan zijn. Bij de VKA’s valt ten slotte nog op dat in 2015 de monitoring van het gebruik en in 2020 de overdracht tussen verschillende zorgverleners regelmatig fout gaat.
Aantallen meldingen
In 2015 was het aantal meldingen van incidenten met DOAC’s aanzienlijk minder dan het aantal meldingen over VKA’s. De meest waarschijnlijke verklaring hiervoor is het verschil in aantal gebruikers, namelijk bijna 50.000 voor de DOAC’s en ruim 450.000 voor de VKA’s. In 2020 is het aantal gemelde incidenten voor de DOAC’s duidelijk toegenomen. Enerzijds reflecteert dit het toegenomen aantal gebruikers van DOAC’s, namelijk ruim 380.000 in 2020. Anderzijds hebben de meldingen uit 2020 betrekking op het hele kalenderjaar terwijl de meldingen uit 2015 betrekking hebben op de laatste 7 maanden van dat jaar.
Conclusie
Zoals verwacht zit er enig verloop in de meldingen van medicatie-incidenten met DOAC’s en VKA’s. Met het toenemend gebruik van de DOAC’s neemt ook het aantal meldingen toe. Opvallend is de relatieve afname van het aantal incidenten rondom medicatiebewaking met DOAC’s in de tijd: dit reflecteert hoogstwaarschijnlijk toenemende kennis over deze middelen bij zorgverleners. Hoewel het gebruik van VKA’s in Nederland is afgenomen tussen 2015 en 2020 lijkt het aantal meldingen eerder toe te nemen. Ook bij deze middelen blijft aandacht nodig voor juist gebruik.
Laatst gewijzigd op 28 oktober 2021