Nieuw onderzoek
Meta-analyse: geen pancreatitis bij DPP4-remmers en GLP1-agonisten
De incidentie van pancreatitis is laag onder patiënten die DPP-4-remmers of GLP-1-agonisten gebruiken. Daarnaast geven deze middelen geen verhoogd risico op pancreatitis in vergelijking met placebo, leefstijlaanpassingen of andere bloedglucoseverlagende middelen. Dat is de conclusie uit een systematisch review en meta-analyse, gepubliceerd in het British Medical Journal. Het bewijs is echter niet sluitend. Meer onderzoek is nodig om een verband definitief uit te sluiten.
Onderzoek
De onderzoekers includeerden 55 gerandomiseerde klinische onderzoeken en 5 observationele onderzoeken (waarvan 3 retrospectieve cohortonderzoeken en 2 case-control onderzoeken) met in totaal 353.639 patiënten. De geïncludeerde onderzoeken zijn uitgevoerd bij volwassenen met diabetes mellitus type 2 (DM2) die een DPP-4-remmer of GLP-1-agonist gebruikten. De onderzoeken vergeleken DPP-4-remmers of GLP-agonisten met placebo, aanpassingen in leefstijl of andere bloedglucoseverlagende geneesmiddelen. De onderzoeken hadden een duur van minimaal 12 weken en gaven een expliciete vermelding van de incidentie van pancreatitis.
Resultaten
Alle 55 gerandomiseerde onderzoeken zijn gefinancierd door de farmaceutische industrie. De auteurs geven aan dat het risico op bias in deze studies laag tot gemiddeld is. Zowel de DPP-4-remmers als de GLP-1-agonisten geven geen verhoogd risico op pancreatitis, de Odd's ratio (OR) voor DPP-4-remmers versus controle is 1,06 (95%BI 0,46 tot 2,45), voor GLP-1-agonisten 1,05 (95%BI 0,37 tot 2,94). De incidentie van pancreatitis was 0,11%.
In de 5 observationele onderzoeken, uitgevoerd met de GLP-1 agonist exenatide of de DPP-4-remmer sitagliptine was het risico op bias gemiddeld tot hoog. In 4 studies werd geen verband aangetoond tussen gebruik van exenatide of sitagliptine en pancreatitis. In de 5e studie (met gemiddeld risico op bias) was gebruik van sitagliptine wel geassocieerd met het optreden van pancreatitis (OR 2,07; 95%BI 1,36 tot 3,13).
Conclusie
Uit deze meta-analyse blijkt dat DPP-4-remmers en GLP-1-agonisten geen verhoogd risico geven op pancreatitis. De resultaten moeten echter met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. De onderliggende onderzoeken waren opgezet met het doel om effectiviteit aan te tonen, waardoor er vaak sprake was van relatief kleine groepen en een korte follow-up. Daarnaast zijn de onderzoeken uitgevoerd bij patiënten met minder comorbiditeit dan in de dagelijkse praktijk. De betrouwbaarheidsintervallen zijn breed, waardoor de mogelijkheid blijft bestaan dat er een niet gedetecteerd verhoogd risico aanwezig is.
De auteurs geven verder aan dat het gebruik van DPP-4-remmers en GLP-1-agonisten vanwege de onzekerheid over het risico op pancreatitis, het gebrek aan superioriteit qua HbA1c-verlaging en de hoge kosten, niet de voorkeur heeft boven de andere bloedglucoseverlagende middelen.
Mogelijke belangenverstrengeling
Geen.
Bron
Li L et al. Incretin treatment and risk of pancreatitis in patients with type 2 diabetes mellitus: systematic review and meta-analysis of randomised and non-randomised studies. BMJ. 2014 Apr 15;348:g2366.
Laatst gewijzigd op 30 april 2014