Combi insuline/GLP1-agonist beperkt voorgeschreven

Het aantal gebruikers van combinatiepreparaten insulines/GLP1-agonisten in Nederland blijft laag. Dat blijkt uit de cijfers van de GIPdatabank over 2019 (GIPdatabank, 2020). Het voorschrijfgedrag is in overeenstemming met Nederlandse richtlijnen.

Aantal gebruikers

Grafiek 1 toont het aantal gebruikers van combinatiepreparaten insulines/GLP1-agonisten vanaf de marktintroductie. Hieruit blijkt dat het totaal aantal gebruikers in 2019 nauwelijks is gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar.

Grafiek 1. Aantal gebruikers van combinatiepreparaten insulines/GLP1-agonisten

Richtlijnen

In de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 (2018) hebben deze middelen geen directe plaats. Als stap 4 in de behandeling kunnen artsen toevoegen van GLP1-agonist aan insuline overwegen als alternatief voor intensiveren van de insulinebehandeling (NHG, 2018). De NHG-Standaard doet daarbij geen uitspraak over de combinatiepreparaten insulines/GLP1-agonisten.

De NIV-richtlijn Farmacotherapie bij Diabetes mellitus type 2 in de tweede lijn (2018) raadt voorschrijven van combinatiepreparaten insulines/GLP1-agonisten niet aan. Als reden hiervoor noemt de richtlijn dat artsen de afzonderlijke componenten niet onafhankelijk van elkaar kunnen titreren. Dit geeft kans op onderbehandeling of juist overbehandeling met één van beide componenten. Ook zijn de effectiviteit en veiligheid op lange termijn (nog) niet goed bekend (NIV, 2018).

Conclusie

Artsen schrijven combinatiepreparaten insulines/GLP1-agonisten beperkt voor. Dat is in lijn met de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 (2018) en de NIV-richtlijn Farmacotherapie bij Diabetes mellitus type 2 in de tweede lijn (2018).

Bron

Zorginstituut Nederland. GIPdatabank. Geraadpleegd 23 juli 2020.