Persbericht

Nederlandse huisartsen schreven in 2022 veel vaker SGLT2-remmers voor dan in eerdere jaren. Het lijkt erop dat de implementatie van de herziene NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 voortvarend is aangepakt.
 

Aangepast stappenplan

Eind 2021 verscheen een herzien stappenplan voor de behandeling van diabetes mellitus type 2. Voortaan komen niet-kwetsbare patiënten met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten in aanmerking voor behandeling met een SGLT2-remmer en/of een GLP1-agonist.

SGLT2-remmers veel vaker voorgeschreven

Het aantal patiënten dat een SGLT2-remmers kreeg voorgeschreven naast metformine is vervijfvoudigd ten opzichte van 2021. In totaal voegden huisartsen bij 45.000 gebruikers van metformine een tweede geneesmiddel toe. Dit was in 63% van de gevallen een SU-derivaat, het middel van voorkeur voor mensen zonder zeer hoog risico op hart- en vaatziekten. In 2021 lag dit percentage nog op 80%. De huisarts koos voor het toevoegen van een SGLT2-remmer bij 23% van de patiënten in 2022, en bij 4% in 2021.

Een vergelijkbaar beeld is zichtbaar bij patiënten die metformine en een SU-derivaat gebruikten. In 2022 betrof 40% van de toevoegingen bij deze patiënten een SGLT2-remmer, tegen 15% in 2021. Vooral DPP4-remmers en insuline worden minder vaak voorgeschreven bij deze patiëntengroep. Het percentage starters van DPP4-remmers daalde van 35% naar 20%. Bij insuline daalde het percentage van 27 naar 16%. Het percentage starters van GLP1-agonisten was met 24% nagenoeg onveranderd ten opzichte van 2021.

Op grond van de analyses in dit rapport is niet op te maken of de SGLT2-remmers en de GLP1-agonisten (bij contra-indicaties voor SGLT2-remmers) bij de juiste patiënten (met zeer hoog risico op hart- en vaatziekten en niet-kwetsbaar) worden ingezet, of dat ze ook doorsijpelen naar patiënten zonder zeer hoog risico. Vanwege de hoge geneesmiddelkosten van de GLP1-agonisten en de SGLT2-remmers blijft het van belang om deze middelen alleen voor te schrijven aan de juiste doelgroepen.

Het IVM beveelt aan om ook de komende jaren het voorschrijfgedrag in de verschillende regio’s te blijven monitoren, om te zien of regio’s niet doorschieten in het voorschrijven van de (dure) middelen die volgens de NHG-Standaard vooral bedoeld zijn voor niet-kwetsbare patiënten met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten.  

Figuur. Geneesmiddel door huisartsen toegevoegd bij patiënten met monotherapie metformine in de periode 2019 – 2022.

 

Dit is de tweede van vier themarapportages van de Monitor Voorschrijven Huisartsen in 2023. In de maand juni verschijnt wekelijks een themarapportage. Eerder bracht het IVM de themarapportage Opioïden uit.

Lees meer:

 

==================================================================================

Noot voor de redactie, niet voor publicatie

Heeft u inhoudelijke vragen over deze persinformatie? Neem dan contact op met Anke Lambooij, apotheker en sectorcoördinator Transparantie en Onderzoek bij het IVM, a.lambooij@ivm.nl.

Zoekt u beeldmateriaal om bij uw doorplaatsing te gebruiken? Neem dan contact op met Vanessa Zunnebeld, adviseur communicatie & marketing bij het IVM, v.zunnebeld@ivm.nl, +31 (0)644 094 401.

Voor algemene informatie over het IVM, zie www.ivm.nl.

Contact

Laatst gewijzigd op 26 juni 2023

Deze site maakt gebruik van cookies

Wij gebruiken cookies om informatie over het gebruik van onze website te verzamelen om de inhoud te verbeteren. Door hieronder op “accepteren“ te klikken stem je in met het plaatsen en gebruik van al onze cookies. Voor meer informatie verwijzen wij je naar ons cookiebeleid.