Nieuws
ADHD-richtlijnen: meer aandacht voor oneigenlijk gebruik gewenst
In het kort
Uit een richtlijnanalyse blijkt dat de huidige ADHD-richtlijnen zorgverleners voldoende ondersteunen om overdiagnostiek te voorkomen. Meer aandacht voor voorschrijftermijn, ‘drug holidays’ en het stoppen van medicatie is wenselijk, om hiermee oneigenlijk gebruik van ADHD-middelen te voorkomen.
Richtlijnanalyse
Mogelijke oorzaken voor de beschikbaarheid van ADHD-medicatie voor oneigenlijk gebruik zijn overdiagnostiek en/of overprescriptie. Met een richtlijnanalyse heeft het IVM onderzocht of de huidige ADHD-richtlijnen zorgprofessionals voldoende ondersteunen om overdiagnostiek en overprescriptie te voorkomen. Daarnaast is gekeken of de richtlijnen voorschrijvers attenderen op mogelijk oneigenlijk gebruik of misbruik van ADHD-medicatie.
Diagnostiek
Tijdens de analyse zijn tien Nederlandse ADHD-richtlijnen bekeken die gericht zijn op verschillende zorgprofessionals. Dit laat zien dat de zorg rondom deze patiëntengroep multidisciplinair is. Goede afstemming tussen verschillende zorgprofessionals is daarom van groot belang. De richtlijnen geven zorgprofessionals over het algemeen voldoende aanwijzingen om op een juiste manier de diagnose ADHD te kunnen stellen.
Evaluatie behandeling
De richtlijnen geven zorgprofessionals ook voldoende aanwijzingen om (medicamenteuze) behandelingen in te zetten. De meeste richtlijnen adviseren om halfjaarlijks het medicatiegebruik te evalueren. Wel zouden de richtlijnen meer adviezen mogen geven over het toepassen van ‘drug holidays’ en weekschema’s. Ook doen de richtlijnen nauwelijks uitspraken over wanneer medicatie gestopt zou moeten worden.
Voorkomen oneigenlijk gebruik
Verder zijn er verbeteringen mogelijk in de richtlijnen op het gebied van adviezen ter voorkoming van oneigenlijk gebruik. Zo geven de richtlijnen nu weinig adviezen over receptduur en hoeveelheid. Recepten voor een lange termijn en/of grote aflever-hoeveelheden vergroten het risico op oneigenlijk gebruik.
Oneigenlijk gebruik vindt vooral plaats met kortwerkende preparaten. De NHG-Standaard ADHD bij kinderen (2014) adviseert echter als eerste keus kortwerkend methylfenidaat. Andere richtlijnen benoemen dat de bijbetaling op langwerkende preparaten een belemmering voor gebruik kan vormen.
Een aantal richtlijnen geeft concrete aanbevelingen om oneigenlijk gebruik te signaleren of voorkomen. Het zou goed zijn als de andere richtlijnen hier ook meer aandacht aanbesteden.
Rapport
Wil je het rapport met alle conclusies en aanbevelingen lezen? Download deze dan via onderstaande button.
Downloads
Rapportage Analyse ADHD-richtlijnen
DownloadLaatst gewijzigd op 7 juli 2022