Nieuw onderzoek

In het kort

De therapietrouw bij apixaban is vergelijkbaar met die bij VKA’s. Gebruikers van andere DOAC’s zijn minder therapietrouw.

De therapietrouw bij apixaban (Eliquis®) is vergelijkbaar met die bij vitamine K-antagonisten (VKA’s). Gebruikers van andere DOAC’s zijn minder therapietrouw. Dit is de voorzichtige conclusie van een retrospectieve databasestudie van Collings et al.

Resultaten

De onderzoekers maakten gebruik van gegevens uit de ‘IMS® Disease Analyzer’. Hierin staan geanonimiseerde medische gegevens van eerstelijns spreekuurbezoeken van circa 7% van de Duitse bevolking. Deze gegevens betreffen diagnose, voorschriften en diagnostische onderzoeken. De onderzoekers includeerden 15.244 volwassen patiënten met niet-valvulair atriumfibrilleren (nvAF) die voor het eerst een oraal anticoagulantium kregen voorgeschreven in de periode december 2012 tot november 2014. De nieuwe voorschriften betroffen 43,1% VKA’s; 37,7% rivaroxaban (Xarelto®); 10,6% dabigatran (Pradaxa®) en 8,5% apixaban. Van 12.545 patiënten was de follow-up lang genoeg om de therapietrouw te bepalen. De mediane follow-upduur varieerde van 7,1 maanden in de apixabangroep tot 12,6 maanden in de dabigatrangroep. De onderzoekers bepaalden de persistentie, een maat voor de continuïteit van inname.

Na 12 maanden was de persistentie 62,9% bij gebruikers van apixaban, 57,7% bij VKA-gebruikers, 56,6% bij rivaroxabangebruikers en 50,1% bij gebruikers van dabigatran. Niet-persisterend gebruik was over de totale follow-up voor apixaban vergelijkbaar met VKA's (adjusted hazard ratio (HR)=1,08; 95% betrouwbaarheidsinterval (95%BI)=0,95 tot 1,24). Onder rivaroxaban- en dabigatrangebruikers kwam niet-persisterend gebruik echter meer voor dan bij VKA’s (HR’s respectievelijk 1,21 (95%BI=1,14 tot 1,29) en 1,53 (95%BI=1,40 tot 1,68). Analyses met een onderscheid in follow-up in de eerste 100 dagen en follow-up na 100 dagen lieten een ander beeld zien. In de eerste 100 dagen was niet-persisterend gebruik voor de VKA’s minder dan voor de drie direct werkende orale anticoagulantia. Na 100 dagen kwam niet-persisterend gebruik bij de VKA’s meer voor dan bij apixaban en was het vergelijkbaar met dabigatran en rivaroxaban.

Discussie

De auteurs geven enkele beperkingen aan van hun studie, waaronder de kans op vertekening van de resultaten door ontbrekende gegevens, zoals sterfte en overgang naar een andere behandelaar. Dit kan de gegevens over therapietrouw in negatieve zin hebben beïnvloed. De mediane duur van een voorschrift bedroeg voor apixaban 30 dagen, voor dabigatran 50 dagen en voor rivaroxaban en VKA’s respectievelijk 98 en 100 dagen. Dit zijn geschatte gegevens, omdat informatie over de dagelijkse doseringen ontbrak. Voor de VKA’s zijn de auteurs uitgegaan van inname van 1 tablet per dag. In praktijk kan dit echter behoorlijk afwijken. Indien een patiënt gemiddeld 2 tabletten per dag slikt zou een nieuw recept al na 50 dagen noodzakelijk zijn. Deze patiënt wordt in de studie echter ook pas aangemerkt als niet therapietrouw als hij na 100 dagen geen nieuwe recept haalt. Dit kan het verschil in vastgestelde persistentie voor de VKA’s voor en na 100 dagen beïnvloed hebben. De publicatie van Collings et al. legt een accent op de eerste 100 dagen van het gebruik. Uiteraard zijn de eerste 100 dagen van belang, echter bij nvAF gaat het om levenslange noodzaak tot preventie. Het ligt dus voor de hand om vooral te kijken naar de therapietrouw over een veel langere periode.     

Belang voor de praktijk

De resultaten van deze studie vormen op dit moment geen aanleiding om het huidige beleid in Nederland ten aanzien van het voorschrijven van orale anticoagulantia te wijzigen. Langetermijn studies naar therapietrouw en factoren die de therapietrouw positief kunnen beïnvloeden zijn gewenst.

Belangenverstrengeling

De studie is gefinancierd door Bristol-Myers Squibb en Pfizer. Vier auteurs waren in dienst van Bristol-Myers Squibb en de overige 3 auteurs werkten bij OXON Epidemiology, dat subsidie ontving van Bristol-Myers Squibb voor het ontwikkelen van de huidige studie.

Bron

Collings S et al. Oral anticoagulant persistence in patients with non-valvular atrial fibrillation: A cohort study using primary care data in Germany. PLoS One 2017;12(10):e0185642.

Laatst gewijzigd op 7 februari 2018

Deze site maakt gebruik van cookies

Wij gebruiken cookies om informatie over het gebruik van onze website te verzamelen om de inhoud te verbeteren. Door hieronder op “accepteren“ te klikken stem je in met het plaatsen en gebruik van al onze cookies. Voor meer informatie verwijzen wij je naar ons cookiebeleid.