Factcheck

In het kort

Lees de factcheck: Is apixaban of rivaroxaban de meest voorgeschreven DOAC in Nederland?

Fact?

De fabrikant van apixaban en de fabrikant van rivaroxaban claimen allebei dat hun DOAC het meest wordt voorgeschreven in Nederland. In advertenties van rivaroxaban staat: “meest voorgeschreven DOAC in Nederland” en in advertenties van apixaban staat: “in recepten de meest voorgeschreven DOAC in Nederland”. De advertenties staan onder andere in het Pharmaceutisch Weekblad, Medisch Contact en Huisarts en Wetenschap. Welke DOAC wordt het meest voorgeschreven in Nederland?   

Check!

Afhankelijk van de gebruikte uitkomstmaat zijn beide claims waar. Op basis van het aantal gebruikers en  aantal DDD’s is rivaroxaban de meest gebruikte DOAC in Nederland in 2021. Op basis van het aantal uitgiftes is apixaban het meest gebruikt. Per uitgifte is het aantal DDD’s en de vergoeding voor rivaroxaban hoger (GIPdatabank, 2022). Dit betekent dat patiënten rivaroxaban voor meer dagen mee naar huis krijgen dan apixaban en dus minder vaak naar de apotheek hoeven voor een nieuwe uitgifte. 

Meer informatie

Aantallen gebruikers en uitgiften 

In 2021 waren er bijna 165.000 gebruikers van apixaban en 187.000 gebruikers van rivaroxaban (zie onderstaande tabel). Het aantal DDD’s was ruim 42 miljoen voor apixaban en bijna 48 miljoen voor rivaroxaban. Het aantal uitgiftes was juist hoger voor apixaban: 1,4 miljoen ten opzichte van 1,3 miljoen voor rivaroxaban (GIPdatabank, 2022).  

 
Rivaroxaban 
Apixaban 

Aantal gebruikers 

186.610 

164.910 

Aantal DDD’s 

47.977.700 

42.468.600 

Aantal uitgiftes 

1.264.300 

1.362.900 

Vergoeding per uitgifte 

€ 78,55 

€ 67,53 

DDD per uitgifte 

37,95 

31,16 

Tabel 1. Gebruik van rivaroxaban en apixaban in 2021 (GIPdatabank, 2022). 

Populatie 

Wanneer we meer inzoomen op de gebruikers van rivaroxaban en apixaban, zien we dat apixaban de meest voorgeschreven DOAC is bij 75-plussers, zie onderstaand figuur (GIPdatabank, 2022). Dit zou kunnen verklaren waarom apixaban de meest voorgeschreven DOAC is op basis van het aantal recepten (uitgiftes). Bij oudere patiënten is de kans groter dat zij hun medicatie op rol krijgen. De medicijnrol wordt vooral ingezet bij patiënten met polyfarmacie en/of cognitieve en motorische stoornissen. Medicijnen op rol worden per week uitgegeven. Medicijnen die niet op rol zijn, worden vanaf de derde uitgifte meestal driemaandelijks verstrekt. Medicijnen op rol hebben dus vaak meer uitgiften dan medicijnen die niet op rol zijn. Dit verklaart waarschijnlijk waarom apixaban meer uitgiftes kent dan rivaroxaban: apixaban wordt waarschijnlijk vaker wekelijks afgeleverd dan rivaroxaban.  

  

Keuze DOAC 

De NHG-Standaarden Atriumfibrilleren (2017) (NHG, 2017) en Diepveneuze trombose en longembolie (2021) (NHG, 2021) en de Europese richtlijn voor atriumfibrilleren (ESC, 2020) spreken geen voorkeur uit voor een specifieke DOAC voor de algemene populatie. Een ouder Europees consensusdocument uit 2017 adviseert apixaban als eerste keus middel bij ouderen. De auteurs baseren dit advies op het feit dat alle DOAC's het risico op intracraniale bloedingen verminderen. Apixaban verlaagt daarnaast ook het risico op grote bloedingen bij ouderen. Dabigatran, edoxaban en rivaroxaban verlagen dit risico niet significant (Diener, 2017).   

Conclusie 

Van alle DOAC’s heeft rivaroxaban in Nederland de meeste gebruikers. Apixaban heeft de meeste uitgiftes. De reden voor dit verschil is waarschijnlijk dat apixaban vaker dan rivaroxaban door ouderen op rol wordt gebruikt en daardoor vaker wekelijks wordt afgeleverd.  

Literatuur

  • Zorginstituut Nederland. GIPdatabank. 2022.  
  • NHG. NHG-Standaard Atriumfibrilleren. 2017
  • NHG. NHG-Standaard Diepveneuze trombose en longembolie. 2021. 
  • Hindricks G et al. 2020 ESC Guidelines for the diagnosis and management of atrial fibrillation developed in collaboration with the European Association for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS): The Task Force for the diagnosis and management of atrial fibrillation of the European Society of Cardiology (ESC) Developed with the special contribution of the European Heart Rhythm Association (EHRA) of the ESC. Eur Heart J. 2021;42(5):373-498. 
  • Diener H et al. Choosing a particular oral anticoagulant and dose for stroke prevention in individual patients with non-valvular atrial fibrillation: part 2. Eur Heart J. 2017;38(12):860-868.

Laatst gewijzigd op 5 december 2022

Deze site maakt gebruik van cookies

Wij gebruiken cookies om informatie over het gebruik van onze website te verzamelen om de inhoud te verbeteren. Door hieronder op “accepteren“ te klikken stem je in met het plaatsen en gebruik van al onze cookies. Voor meer informatie verwijzen wij je naar ons cookiebeleid.