Nieuw onderzoek

In het kort

GLP-1-agonisten verlagen het risico op cardiovasculaire sterfte, terwijl DPP-4-remmers geen invloed hebben op cardiovasculaire uitkomsten.

Glucagon-like peptide 1-agonisten (GLP-1-agonisten) geven een verlaagd risico op cardiovasculaire sterfte, terwijl dipeptidylpeptidase-4-remmers (DPP-4-remmers) geen invloed hebben op cardiovasculaire uitkomsten en de kans op pancreatitis en hypoglykemieën verhogen. Dat is de conclusie van een meta-analyse van 6 studies naar deze middelen.

Methode

De auteurs combineerden de resultaten van de 6 grote studies naar de cardiovasculaire veiligheid van DPP-4-remmers en GLP-1-agonisten:

  • EXAMINE-studie naar DPP-4-remmer alogliptine (Vipidia®)
  • SAVOR-TIMI 53-studie naar DPP-4-remmer saxagliptine (Onglyza®)
  • TECOS-studie naar DPP-4-remmer sitagliptine (Januvia®)
  • ELIXA-studie naar GLP-1-agonist lixisenatide (Lyxumia®)
  • LEADER-studie naar GLP-1-agonist liraglutide (Victoza®)
  • SUSTAIN-6-studie naar GLP-1-agonist semaglutide (niet geregistreerd in Nederland)

In totaal werden in deze studies 55.248 patiënten behandeld met een DPP-4-remmer, GLP-1-agonist of placebo. De mediane follow-up periode was 2,6 jaar.

Uitkomsten

Bij combinatie van de studieresultaten naar deze beide groepen bloedglucoseverlagende middelen is er geen significant effect op sterfte (Relatief Risico (RR)=0,97; 95% betrouwbaarheidsinterval (BI)=0,89 tot 1,06) en cardiovasculaire sterfte (RR=0,96; 95%BI=0,86 tot 1,07). De GLP-1-agonisten gaven wel een verlaagd risico op zowel totale sterfte (RR=0,90; 95%BI=0,82 tot 0,98) als cardiovasculaire sterfte (RR=0,84; 95%BI=0,73 tot 0,97). Er was geen significant effect van GLP-1-agonisten op pancreatitis (RR=0,75; 95%BI=0,47 tot 1,17) of pancreascarcinoom (RR=0,94; 95%BI=0,49 tot 1,83). DPP-4-remmers gaven wel een verhoogd risico op pancreatitis (RR=1,76; 95%BI=1,14 tot 2,72), maar niet op pancreascarcinoom (RR=0,55; 95%BI=0,29 tot 1,02). De kans op hypoglykemieën was bij GLP-1-agonisten niet verhoogd (RR=1,05; 95%BI=0,96 tot 1,15), maar wel bij DPP-4-remmers (RR=1,12; 95%BI=1,05 tot 1,20). Het beeld bij ernstige hypoglykemieën was vergelijkbaar: (GLP-1-agonisten: RR=0,97; 95%BI=0,74 tot 1,26; DPP-4-remmers: RR=1,18; 95%BI=1,02 tot 1,38).

Discussie

Hoewel DPP-4-remmers en GLP-1-agonisten aangrijpen op hetzelfde (incretine)systeem, verschillen de effecten. De onderzoekers geven aan dat de gunstige effecten van GLP-1-agonisten mogelijk samenhangen met een verlaging van het lichaamsgewicht en de bloeddruk. Een andere verklaring voor het verschil tussen DPP-4-remmers en GLP-1-agonisten is dat er bij gebruik van GLP-1-agonisten hogere concentraties incretines worden bereikt dan bij DPP-4-remmers, met als gevolg dat de GLP-1-agonisten een betere glykemische controle geven.

Als beperking van hun studie noemen de auteurs dat ze alleen de samengevatte data uit de studies hebben kunnen gebruiken. Daarnaast is de follow-up van de onderliggende studies relatief kort. Tot slot is er in de studies sprake van een geselecteerde populatie die niet geheel overeenkomt met de diabetespopulatie uit de dagelijkse praktijk van zorgverleners.

Belang voor de praktijk

DPP-4-remmers en GLP-1-agonisten hebben geen plaats in het stappenplan voor de behandeling van diabetes mellitus type 2 volgens de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 (2013), onder andere vanwege een gebrek aan gegevens over de lange termijn. De beperkingen van de in deze meta-analyse beschreven veiligheidsstudies zijn eerder beschreven (zie bijvoorbeeld dit bericht). Uit deze meta-analyse blijkt dat de cardiovasculaire effecten en bijwerkingen (hypoglykemieën, pancreatitis) van GLP-1-agonisten gunstiger zijn dan die van DPP-4-remmers. Er is echter geen aandacht besteed aan andere aspecten, zoals een verhoogd risico op gastro-intestinale bijwerkingen bij GLP-1-agonisten en de hogere kosten.

Belangenverstrengeling

De studie is gefinancierd door de National Nature Science Foundation in China. De auteurs melden dat ze geen belangenverstrengeling hebben.

Bron

Zhang Z et al. Incretin-based agents in type 2 diabetic patients at cardiovascular risk: compare the effect of GLP-1 agonists and DPP-4 inhibitors on cardiovascular and pancreatic outcomes. Cardiovasc Diabetol. 2017;16(1):31.

Laatst gewijzigd op 28 juni 2017

Deze site maakt gebruik van cookies

Wij gebruiken cookies om informatie over het gebruik van onze website te verzamelen om de inhoud te verbeteren. Door hieronder op “accepteren“ te klikken stem je in met het plaatsen en gebruik van al onze cookies. Voor meer informatie verwijzen wij je naar ons cookiebeleid.